Flammen maar!
Flammkuchen maken
Zoals wij een pizza bestellen, zo bestelt men in de Elzas (Alsace in het Frans) een Flammkuchen, geserveerd op een houten plank of verpakt in een kartonnen pizzadoos om mee te nemen. De Flammkuchen wordt ook wel een tarte flambée genoemd en is van oudsher een echt plattelandsgerecht gemaakt van deegresten.
Variaties
Een Flammkuchen is heel eenvoudig zelf te bereiden en ook makkelijk te maken voor een grote groep eters. Het bestaat uit een flinterdunne bodem van brooddeeg, belegd met crème fraîche, ui, spek, nootmuskaat en peper en zout. Maar er zijn vele andere variaties te verzinnen, beleg de Flammkuchen eens met geitenkaas, champignons en geraspte kaas, Hollandse garnaaltjes of tonijn.
Traditioneel recept
Wat heb je nodig?
- 250 gram bloem
- zout
- (zonnebloem)olie
- 2 grote uien, in ringen gesneden
- 120 gram spekreepjes
- 20 gram boter
- 100 gram fromage blanc
- 100 ml crème fraîche
- Peper
- nootmuskaat
Voorbereiden
Meng de bloem, ½ eetlepel zout, ½ dl olie en 1 eetlepel lauwwarm water door elkaar. Goed kneden totdat een elastisch deeg ontstaat. Laat op een koele plaats minstens een uur afgedekt rusten (tegenwoordig verkopen de grotere Nederlandse supermarkten kant-en-klare flammkuchendeeg). Smelt de boter en smoor de uien erin, laat ze niet bruin worden. Schep de spekjes erdoor. Klop de fromage blanc, crème fraîche, zout, peper en een beetje nootmuskaat door elkaar.
Bereiden
Verwarm de oven voor op 280°C. Vet een bakplaat in en bestuif met bloem. Druk het deeg op de bakplaat uit tot een grote ronde vorm. Bestrijk het deeg met het crème-fraîche-mengsel. Verdeel ui met spek erover. Besprenkel met wat olie. Bak de Flammkuchen in ongeveer 10 minuten lichtbruin en gaar.